Spaans werkwoord vervoegen

Spaanse bezittelijke voornaamwoorden

Mi casa es tu casa

Indien van toepassing verandert het Spaanse bezittelijk voornaamwoord mee met de vorm van het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort of aan refereert. (nuestro/nuestra, mío/mía, etc.)

vóór zelfstandig naamwoord
(Adjetivos posesivos)
in de andere gevallen
(Pronombres posesivos)
enkelvoud meervoud enkelvoud meervoud
mij / mijn Mi Mis
Mío, Mía Míos, Mías
jou / jouw Tu Tus
Tuyo, Tuya Tuyos, Tuyas
zijn, haar, uw / u Su Sus Suyo, Suya Suyos, Suyas
ons / onze Nuestro, Nuestra Nuestros, Nuestras Nuestro, Nuestra Nuestros, Nuestras
jullie Vuestro, Vuestra Vuestros, Vuestras Vuestro, Vuestra Vuestros, Vuestras
hun / u Su Sus
Suyo, Suya Suyos, Suyas
  • Mi amigo
    mijn vriend
  • mi amigo
    hij is mijn vriend
  • Mis amigos
    mijn vrienden
  • Mi casa
    mijn huis
  • Mis casas
    mijn huizen
  • Tu libro
    jouw boek
  • Tus libros
    jouw boeken
  • Nuestra casa
    ons huis
  • Nuestras casas
    onze huizen
  • Nuestro libro
    ons boek
  • Nuestros libros
    onze boeken
  • Amigo mío
    mijn vriend
  • un amigo mío
    hij is een vriend van mij
  • una amiga mía
    zij is een vriendin van mij
  • Hola, amigo mío
    hallo, mijn vriend



  • Mi libro grande, el tuyo pequeño
    mijn boek is groot, die van jou is klein
  • El libro grande suyo
    het grote boek is van u
  • El pequeño mío
    het kleine is van mij
  • Las casas pequeñas suyas
    de kleine huizen zijn van haar
  • Los libros míos
    de boeken zijn van mij
  • El libro mío
    het boek is van mij
  • Los libros vuestros
    de boeken zijn van jullie
  • El libro vuestro
    het boek is van jullie
  • Los libros suyos
    de boeken zijn van haar
  • El libro suyo
    het boek is van haar


clock

Meest populaire Spaanse werkwoorden